Hoe herken je de silver point Siamezen
door
Harry Alstede
Classic Oris Amazing Azureblue – SIA x ns 21 (eig./foto: Melanie Bestmann)
Omdat het Siamese fenotype (cscs) niet genoeg
melanine vertoont om het effect van het silvergen te laten uitkomen en omdat het
Inhibitor-gen bij silver Siamezen (cscsI-) toch al een
variabele expressie heeft, was (en is) het moeilijk om alle silver-siamese
exemplaren te identificeren.
Het gezegde van de fokker van Arabische paarden Richard Shrake is hierop van
toepassing:
“It’s what you learn after you think you know it all that makes the
difference!”
“Het
is wat je leert nadat je denkt er alles al over te weten, dat het verschil
maakt!”.
Vacht en kleur indicatoren.
De Australische keurmeester Lesley Morgan adviseert eerst met je handen te
keuren, voordat je op andere indicatoren gaat letten. De vachttextuur van
silvers bij de verschillende rassen voelt namelijk veel zachter
aan. Ze paste deze methode toe omdat bij sommige rassen, zoals de Siamees en
Seychellois, het silver namelijk niet erkend is. De gedeeltelijk niet met
pigment gevulde haarschachten van de zilveren haren zijn dus leeg, hetgeen een
bepaald lichtbrekingseffect tot gevolg heeft, gelijk de weerkaatsing (reflectie)
van zonlicht op de bevroren toplaag (kristallen) van sneeuw. De “lege”
pigmentloze haarschachten kunnen wel eens de oorzaak zijn van de zacht
aanvoelende vacht van de silvers. De allround keurmeester Eric Rijers
ontdekte dat het silver bij pointkatten onderaan de staartaanzet een licht
silver driehoekje vertoont. Keurmeester Hetty van Winsen bemerkte bij een
havana Oosters Korthaar kater veel ghost marking; uiteindelijk bleek deze kater,
aan de hand van zijn nakomelingen, een chocolate smoke te zijn. Normaal is de
kleur van de neusspiegel van een agouti kat steenrood (als een baksteen). Bij
silver tabby points krijgt het neusleertje een uitgewassen roze kleur. De
aan het siamezen gen gekoppelde blauwe oogkleur wordt saffier blauw door
de pigmentremmende werking van het silver gen op de achterste pigmentlaag van de
iris!
Silver Non silver
Ook de
oorranden aan de binnenzijde van het oor zijn silverkleurig. De gekleurde points
van de oren en neus zijn dof van kleur (tarnish).
Werking van
het silver gen
De weinige artikelen en boeken over kattengenetica hadden het omstreeks
1960 over het chinchilla-gen “ch”, dat te vergelijken was met het “fenomeen
chinchilla” bij het konijn. Ook de eerste editie (1971) van het boek van Roy
Robinson : ”Genetics for Cat Breeders ”gaf nog aan dat het silver gen (c
ch) zou behoren tot de serie waar ook de Burmees (ccb), Siamees
(ccs), albino/blauwe irissen (ca) en albino/roze irissen
(c) toe behoren.
Soms werden brown tabby’s , toentertijd Barrington Browns bij de Oosterlingen en
nu Golden bij de Perzen genoemd, uit als silver geregistreerde ouders geboren,
zodat de hypothese van Keeler en Cobb uit 1933, die de chinchillafactor
interpreteerde als een recessief allel op de albino locus, helemaal niet klopte,
omdat de golden immers een volledig gepigmenteerde (C) kat is en je uit
recessieve gekleurde ouderdieren (cch/cch) nooit dominant
(C-) volledig gepigmenteerde kittens kunt krijgen. Pas later, toen deze
fokgegevens opnieuw door Roy Robinson en Patricia Turner werden bestudeerd, werd
duidelijk dat de variabele expressie van het huidige dominante silver gen “I ”
de onderzoekers Keeler en Cobb hadden misleid . De melanine inhibitor werkt als
remmer van melanine door het verbieden van pigmentvorming in de zwakst
gepigmenteerde delen van het haar met name aan de haarbasis en gele(phaeomelanine)
agouti-gebieden bij de tabby’s. Dit heeft geleid tot pseudo effen zwarte katten,
die zwart-smoke, met een grote verscheidenheid van smoke-achtigheid, bleken te
zijn (zgn. overlaps). Daardoor heeft de silver tabby een vacht met een lichtere
onderkleur, net als de smoke, en zijn de normaliter gelige agouti-banden en de
vacht op de buik veranderd in silver.
Vanwege de moeilijke classificatie van silver Siamezen, heeft het rapport van R.
Robinson (in 1980 gepubliceerd in Journal of Heredity) aangetoond dat het silver
gen niet het resultaat is van een recessief gen op dezelfde locus als het gen
voor Siamees, maar dat er een dominant gen achter zit, op een totaal andere
locus. Bijna vijftig jaar had de kattenwereld ingestemd met de verklaring dat
silver het effect was van een recessief gen op dezelfde locus als de Siamees.
Saffier blauwe oogkleur
Ruwe saffier
Pigmenten geven de natuur al haar kleur. Het is waarom sommige bloemen rood zijn
en andere blauw en waarom sommige ogen bruin, terwijl andere blauw of groen
zijn. Het hoofdpigment in de ogen is hetzelfde als dat in huid en haar, namelijk
melanine. Verschillen in de hoeveelheid aan melanine in de iris leiden tot de
verschillende oogkleuren. Dit lijkt oorspronkelijk wat vreemd, omdat melanine
donkerbruin of zwart is. Hoe kan dit eenkleurige pigment dan verantwoordelijk
zijn voor zoveel kleuren inclusief blauw, bruin en groen? Het heeft te maken
met hoeveel en waar het melanine in het oog gemaakt is. Er zijn twee
verschillende lagen in de iris, een voorste en een achterste laag. Tussen de
beide pigmentlagen in ligt een gebied dat stroma wordt genoemd.
De stroma is
een helder weefsel waarin veel eiwitten rond dobberen. Een van deze eiwitten is
collageen, waar we later op terugkomen. Bijna alle oogkleuren hebben een grote
hoeveelheid pigment in de achterste laag van de iris. Het grootste verschil in
oogkleur wordt veroorzaakt door de hoeveelheid aangemaakt pigment in de voorste
laag. Bijvoorbeeld: zowel bruine als blauwe ogen hebben veel melanine in de
achterste laag van de iris. Het verschil is dat het bruine oog ook heel veel
melanine heeft in de voorste laag en het blauwe oog niet. Dus zijn bruine ogen
donker, omdat een grote hoeveelheid melanine in de voorste laag het
binnenvallende licht in de iris absorbeert! Bij blauwe ogen kan het licht door
het heldere voorste gedeelte van de iris passeren en reflecteren tegen het
melanine aan de achterzijde van het oog. Maar het licht weerkaatst niet geheel
terug door een compleet leeg stoma. De collagenen in het stroma staan in de weg
van het licht op de terugweg van het oog. Wanneer het licht de collagenen raakt,
wordt het omgebogen en lijkt het blauw op een wolkenloze hemel. De hemel is
donker vanuit de ruimte, maar wanneer wij het overdag vanaf de aarde bekijken,
lijkt het blauw en niet zwart. Dit komt doordat het zonlicht deeltjes raakt in
de atmosfeer en als blauw weerkaatst. Dit wordt het Rayleigh
verstrooiïngs-effect genoemd.
Temperatuurgevoelige tyrosinase Siamees
Wanneer de temperatuur oploopt verliest het enzym tyrosinase de capaciteit
om tyrosine om te vormen in moleculaire voorlopers van de pigmenten. Dit enzym
kan dus slechts werkzaam zijn in een betrekkelijk koude omgeving. De mutatie cs
van de siamees komt in de kat tot uiting door een dichtere pigmentatie in de
koudere zones van de huid (masker, de oren, poten en de staart) en een lichtere
pigmentatie in de warmere delen van de huid. In combinatie met het silver gen
treedt een dubbele pigmentremmende werking op vooral de warmere delen van de
huid (zoals de borst en het buisvormige lichaam) van de silver point.