De Symbiose KAT - MENS

door Nanda Alstede-Schols


De Dikke Van Dalen geeft als betekenis voor symbiose: "het samenleven van twee ongelijksoortige organismen op of in elkaar tot wederzijds voordeel", met andere woorden uit de symbiotische relatie die wij met onze katten hebben trekken beide partijen voordeel. Hoewel wij totaal verschillend zijn, kunnen we niet meer zonder elkaar. 

Wij hebben onze katten met grote toewijding van ons afhankelijk gemaakt en hoewel de kat zijn onafhankelijkheid grotendeels behouden heeft, krijgen wij hiervoor veel terug. De kat vindt bij ons warmte, comfort en goede verzorging - wij ondervinden een gevoel van welbehagen en stressvermindering; een perfect samengaan dus.

Wanneer nu is de relatie tussen mens en kat tot stand gekomen? Katten besloten om zich tegoed te doen aan de muizen in de graanschuren. Let wel: de kat is niet door de mens gedomesticeerd, maar heeft er uit eigenbelang zelf voor gekozen om naast de mens te gaan leven. Het gevolg daarvan is dat de kat ´vrij´ is gebleven en nooit zal toelaten dat er bezit van hem wordt genomen. En wie herkent dit niet: Een kat gaat zijn eigen weg en leeft volgens zijn eigen regels. 

De oorspong van de huiskat is eeuwenlang een mysterie gebleven. Zijn waarschijnlijke voorouders zijn te vinden in de 23 soorten echte wilde katten, die overal ter wereld voorkomen. Hiertoe behoren b.v. de gouden kat, Pallas´kat, de luipaard en de woestijnkat, maar de voornaamste inbreng heeft de Afrikaanse wilde kat (Felis lybica) een zuidelijke uitgave van de wilde boskat (Felis silvestris), die in Europa voorkomt. Men neemt aan - hoewel hier en daar in andere landen wel eens overblijfselen van katten werden gevonden - dat de huiskat zijn oorsprong heeft in Egypte. Onderzoekingen hebben aangetoond, dat onze symbiotische relatie met de kat al zo´n 3500 jaar geleden begon, hoewel de archeoloog Jeannette Boertien tot de conclusie kwam dat mens en kat al zo´n 9000 jaar samenwonen! Hield men ooit katten omdat het perfecte muizenvangers waren, tegenwoordig staat ´gezelschap´ bovenaan de lijst van redenen waarom mensen een kat willen. Alleen al in Nederland zijn er miljoenen katten. In onze hectische maatschappij met zijn hoge werkdruk en veel eenzaamheid, is er behoefte aan een kameraad die rust uitstraalt. 

Katten spelen voor veel mensen de rol van een niet veeleisend, altijd aanwezig kind, dat slechts een simpele verzorging nodig heeft. Jonge tweeverdieners stellen het krijgen van kinderen vaak nog een poosje uit en de kat is dan een perfect substituut. Een kat is goed gezelschap, is een rustpunt in huis en kan vertroeteld worden. Eigenlijk is een kat een therapeut. Het schijnt zelfs zo te zijn dat kattenbezitters langer leven dan zij, die geen katten hebben. Het aaien van een kat vermindert stress en verlaagt de bloeddruk. Studies van mensen die een kat hebben aangeschaft laten zien, dat de nieuwe eigenaar binnen een jaar minder angstig is, minder eenzaam en minder depressief.

Kat en kind
Het eerste levensjaar opgroeien in een huis met twee of meer katten of honden halveert de kans op het allergisch te worden voor kat, hond maar ook voor huisstofmijt of grassen en schimmels. Dat schrijft D. Ownby (Medical College of Georgia) op grond van een studie onder 474 kinderen. De aanwezigheid van één kat of hond in huis bleek niet van invloed op de kans allergisch te worden. 

Men zegt dat dierenliefde een mens met de paplepel wordt ingegoten. Hoe ingewikkeld het leven in sommige periodes ook was, mijn ouders hadden altijd dieren. Toen ik mijn zelfstandig leven begon, had ik al een kat ´Târik´. Toen op een dag een klein mensje zijn territorium binnendrong, nam hij daar dan ook niet zonder slag of stoot genoegen mee. Nog zie ik voor me hoe Târik, als ik met de baby bezig was, demonstratief met de rug naar mij toe, luidkeels krijsend in de gang ging zitten totdat ´het gedoe´ voorbij was. Op een dag lag de baby even alleen op bed omdat ik iets wilde pakken. In het voorbijgaan zag ik dat Târik naast de kleine op het bed sprong en sluipend naderbij kwam. Hij staarde, nu van heel dichtbij, naar het kleine mensje en rook er voorzichtig aan. Op dat moment bewoog het kleine mensje..... ik heb nog nooit een kat zó zien schrikken! Met vier poten de lucht in!!! Help! Het leeft! Maar vanaf dat moment was het ijs gebroken en zocht Târik meer en meer toenadering. 

Tussen het kleine mensje en Târik groeide een innige vriendschap. Als vanzelf ontstaan geheimzinnige banden tussen het kleine kind en een kat en door het contact met zijn viervoetige vriend ontwikkelt het kleine mens zijn gevoel; door zijn eigenzinnige aard zet de kat daar in het bijzonder toe aan. In het contact met dit dier, dat nooit zijn vrijheid opgeeft, leert het kind, nadat hij een paar niet mis te verstane afwijzingen heeft gekregen, dat het leven niet alleen maar ´zijn eigen zin doen´ betekent. Het kind begrijpt dat hij zijn willetje niet ten koste van alles kan doordrijven en het leert hem dat hij lief en geduldig moet zijn met dieren. Het kind leert dat de vriendschap van een kat niet gemakkelijk te verwerven is en dat dit eindeloze omzichtigheid vereist, maar daarom des te meer voldoening geeft. 

Een kat kent absoluut geen hondse gehoorzaamheid en zijn relatie met het kind voltrekt zich op een geheel ander niveau. Dit, voor alles onafhankelijke, dier leert de mens zelfbeheersing en respect voor de ander. Door zijn wisselende stemmingen noodzaakt hij het kind goed op te letten. Sommige psychologen hebben er de gevolgtrekking uit gemaakt, dat een kleine jongen uit zijn betrekkingen met de kat lering kan trekken die hem later van dienst zal zijn om vrouwen het hof te maken! Pediaters en psychiaters bestuderen al verscheidene jaren de rol van katten en honden bij de lichamelijke, geestelijke en gevoelsontwikkeling van kinderen. 

Die rol is zo belangrijk, vooral bij hen die contactproblemen hebben, labiel zijn of die liefde tekort komen, dat tegenwoordig huisdieren worden gebruikt als therapeutisch middel. Er is zelfs al een naam gegeven aan deze nieuwe toegepaste wetenschap die nog in de kinderschoenen staat: zoopsychotherapie. Ook ondervindt het kind bij de kat een gevoel van veiligheid en begrip, dat hij soms niet vindt in de wereld der volwassenen.

Hoe aanhankelijk een kat ook kan zijn, nooit zal die aanhankelijkheid de karaktertrek kunnen verdringen die de grondslag vormt van zijn geestesgesteldheid: zijn onafhankelijkheid. Men zou zelfs kunnen stellen, dat de aanhankelijkheid die de kat betoont aan de mensen, vaak evenredig is aan het respect dat de mensen betonen voor zijn vrijheid. Men kan veel van een kat gedaan krijgen, maar nooit slaafsheid en tot heden is er nog nooit iemand in geslaagd hem iets te laten doen waarin de kat geen zin had. 

Tenslotte is het wellicht goed eraan te herinneren dat het gedrag van de kat voor een groot gedeelte afhangt van dat van de mens om hem heen. In de betrekkingen tussen mens en kat is het de mens die het dier het meest tegemoet moet komen. Plotselinge bewegingen moeten worden vermeden of het nu gaat om dreigingen of om strelingen. Een kat houdt er niet van alsmaar in de handen te worden genomen en verdraagt het niet ruw beetgepakt te worden, om maar te zwijgen van slaan. Vaak ontstaat de vriendschap tussen mens en kat al bij de eerste ontmoeting. Hij moet met geduld en kalmte worden benaderd. De kat is gevoelig voor stemgeluid: er moet zachtjes tegen hem worden gesproken. Soms komt het voor dat een kat vanaf het eerste moment zijn liefde betuigt aan een mens. Hij geeft dan alle trouw en liefde die hij in zich heeft. En niemand kan aan zo´n geschenk weerstand bieden...

 *geraadpleegde literatuur:
   -De opkomst van de kat - Roger Tabor
   -Larousse Katten Encyclopedie
   -De huiskat veel eerder dan gedacht - Jeannette Boertien
   -Neocat Magazine nr.6/2002
   -Felikat Magazine nr.5/2002
   -Felikat Magazine nr.6/2002